Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Jean de Labadie

betekenis & definitie

een sectaris, geb. 13 Febr. 1610 te Bourg in Guyenne, was eerst lid van de orde der Jezuïeten. Een aartshuichelaar zijnde, gaf hij voor, hemelsche vizioenen te hebben en geroepen te zijn, om de rol van een tweeden Johannes den Dooper te vervullen, om namelijk de ophanden zijnde tweede komst van Christus aan te kondigen.

Ten einde die hemelsche roeping te kunnen volbrengen, verliet hij de Jezuïeten, begon te prediken, en verschafte zich reeds spoedig een grooten aanhang. Na een zeer avontuurlijk leven geleid te hebben, zwoer hij 1650 te Montauban plechtiglijk de roomsche kerkleer af, en was gedurende 8 jaren protestantsch predikant in die stad; vervolgens werd hij als predikant naar Geneve beroepen, waar hij werkzaam was tot 1 666. Door zijne geschriften ook in de Nederlanden bekend geworden, en als een geestverwant licht beschouwd door de Voetianen, werd L. in 1666 beroepen ais waalsch predikant te Middelburg, waar de geleerde Anna Maria van Schuurman onder zijne ijverigste voorstanders behoorde, en het zich tot eene eer rekende hem in haar huis te mogen opnemen, toen hij te Middelburg aankwam. Reeds in 1669 echter genoodzaakt Zeeland te verlaten, begaf hjj zich, vergezeld van Anna Maria van Schuurman, naar Amsterdam, en hield daar predicatien en godsdienst-oefeningen in een particulier huis, totdat de regeering van Amsterdam het bijwonen van die bijeenkomsten verbood (1670). Toen nam hij de wijk naar Herford, waar de paltzische prinses Elizabeth hem welwillend opnam; doch hier traden de dweeperijen van L. reeds spoedig naakt aan het licht; het burgerlijke huwelijk was eene noodelooze formaliteit, de gemeenschap van goederen was de hoogste wet, alle, tot zelfs de ontuchtigsle, handelingen werden Gode heilig door het geloof, en zoo al meer. Door het uitbreken van den oorlog 1672 zag L. zich genoodzaakt Herford te verlaten, en nam toen de wijk naar Altona, waar hij 2 Febr. 1674 stierf. Zijne aanhangers, Labadisten genaamd, verdwenen reeds spoedig; hunne geloofsbekentenis is de “Declaratie of nadere verklaring van de zuivere leer” (Herford 1671).