I; zie IWAN Hl n het vorige art.
II, Wasiljewitsj, was 4 aren oud toen hij in 1533 den troon beklom met zijne moeder als regentes, die als zoodanig eene bloedige worsteling had vol te houden tegen de russische landsgrooten. In 1544 nam 1. de teugels van het bewind zelf in handen, en regeerde tot 1584, toen hij stierf. Meer dan een zijner voorzaten deed hij, om zijn woeste volk tot beschaving te brengen, waartoe inderdaad nog meer dan doortastende strengheid noodig was, zoodat hij dan ook al zijne voorgangers overtrof in wreedheid, hetgeen hem den bijnaam verschafte van »de Verschrikkelijke”; o. a. stak hij eigenhandig zijn oudsten zoon dood. Door hem werd de titel van -tsaar” als erfelijke titel aangenomen, en tevens die van »autocraat” daaraan toegevoegd. Hij liet duitsche ambachtslieden, kunstenaars en geleerden naar Rusland komen, legde de eerste boekdrukkerijen aan, vestigde het koophandelsverkeer, richtte 1545 eene staande armee op (de Strelitzen), veroverde 1552 Kazan, 1554 Astrakan, en trachtte, hoewel te vergeefs, Lijfland te ontweldigen aan de Duitsche Ridders. In den laalsten tijd zijner regeering ondernam Jermak zijnen tocht naar Siberie.
Alexjewitsj, geb. 1661, gest. 1693, was nagenoeg blind en stom; in naam regeerde hij van 1682 als tsaar met zijnen halven broeder Peter f, die echter sedert 1688 de teugels van het bewind geheel alleen voerde.
III, Antoenwitsj, d. i. zoon van Anton, nl. van AntonUlrilt, hertog van Ërunswijk-Wolfenbuttel, en van de russ. grootvorstin Anna Carlowna, die eene nicht was van tsarin Anna Iwanowna. Toen deze op sterven lag (1740), benoemde zij haar pas onlangs geboren neefje tot haren opvolger, en de nauwlijks 3 maanden oud zijnde I. (geb. 23 Aug. 1740) beklom als 1. III den troon, onder regentschap van den hertog van Biren. Doch eene machtige partij bracht reeds in 1741 (5 Dec.) de dochter van Peter den Groote, met' name Eiizabeth, op den troon, en de jonge I. lil werd gevangen genomen. Na de troonsbeklimming van Catharina II werd hij naar Schlusselburg overgebracht, en na eene poging om hem te laten ontvluchten, ondernomen door een iikrainsch edelman met name Mirowitsj, werd de pas 23-jarige I. door zijne bewakers vermoord (5 Dec. 1764).