de schoone koning van Creta, een der aanbidders van de schoone Helena, was een kleinzoon van Minos II en een zoon van Deucalion. Met 80 schepen toog hij aan het hoofd der Cretenzen naar Troje, en was een der helden, die zich bij het beleg van die stad het meest onderscheidden.
Op den terugtocht door een geweldigen storm beloopen, deed hij aan Neptunns de gelofte, hem, indien hij gespaard bleef, het eerste levende wezen te zullen offeren, dat hij zien zou na zijne behondene aankomst. Nauwlijks had hij voet aan wal gezet, of hij werd verwelkomd door zijnen zoon, die dan ook aan Neptunns werd geofferd. Deze moord had eene pest op het eiland ten gevolge, en I. werd door zijne onderdanen weggejaagd. Hij nam de wijk naar de Salentijuen in Calabrié, waar hij hoogbejaard stierf. Te Cnossns, waar men zijn graf had, werd I. als halfgod vereerd.