1) ondiep vaarwater in de Zuiderzee, prov. Noord-Holland, loopende in noordoostwaartsche richting uit het IJ naar de Zuiderzee, tusschen de zandgronden tegen den Waterlandschen zeedijk en het Muiderzand door (zie AMSTERDAM, Dl.
I blz. 197, kolom2). Eer het Groot Noordhotlandsch kanaal gegraven was, werden de groote zeeschepen, om naar Amsterdam te komen, over het P. gelicht door scheepslichters of zoogenaamde •kameelen”.2) zoo heet ook eene ondiepte in het Goereesche zeegat, prov. Zuid-Holland, in de strekking der torens van Stellendam en Hellevoetsluis; deze ondiepte wordt ook Bank van Flakkee genoemd.