kinderen van den Nacht, volgens anderen dochters van Jupiter en Tbemis, drie in getal, nl. Hesperia (Hyperethusa), Erytheis (Arethusa) en Egle (,45gle), hadden eenen tuin (Tuin der H.)y waarin de hoornen gouden appelen droegen, en die bewaakt werd door den draak met honderd koppen, Ladon genaamd.
Gouden appelen uit dien tuin te halen was het twaalfde taakwerk, dat door Hercules volbracht werd. Omtrent de woonplaats der H. zijn de gevoelens verschillend : volgens de meeste overleveringen woonden ze in Mauritanië aan den roet van den Atlas ; volgens anderen in Cyrenaica. waar men eene stad Hesperis vermeld vindt; weder anderen zoeken de woonplaats der H. in Spanje in den omtrek van Gades (Cadix), en nog anderen noemen als hare woonplaats de Gelukkige (Canarische) eilanden, waaraan de naam is gegeven van eilanden der H., omdat het de westelijkste waren, die de ouden kenden. Zie HESPERIUM PROMONTORIUM.
