of Iloten, d. i. gevangenen, slaven. Oorspronkelijk de bewoners van Helos, door de Spartanen tot slavernij gebracht (zie HELOS); later strekte men den naam H. uit tot alle slaven zonder onderscheid.
Ze werden met de grootste hardheid behandeld en in den diepsten staat van vernedering gehouden. Waren er onder de H., die zich onderscheidden doorjichamelijke schoonheid of verstandelijke begaafdheid, die werden meedoogenloos ter dood gebracht. Men wil zelfs, dat er van tijd tot tijd, wanneer de H. te sterk vermenigvuldigden, gewapende benden werden afgezonden om een deel hunner om het leven te brengen. Verscheidene malen deden zij eene poging om zich vrij te vechten, en na eene aardbeving 469 v. Chr. gelukte het hun bijna zich meester te maken van Spana; maar zij mochten er niet in slagen het juk af te schudden. Men schonk hun echter de vrijheid na den Peloponneezischen oorlog, ter belooning voor de diensten, in dien oorlog door hen bewezen.
