Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Hassan (persoon)

betekenis & definitie

vijfde kalif, zoon van Ali en Fatime (Mahomed’s dochter), werd in het jaar 660 tot kalif gekozen te Koefa, na den dood zijns vaders, die aldaar vermoord was geworden. Na zes maanden geregeerd te hebben deed hij, ten einde bloedvergieting te vermijden, afstand van het kalifaat ten behoeve van Moaviah, die een gedeelte der bevolking tegen hem in opstand had gebracht dadelijk na zijne verheffing.

In 669 werd hij omgebracht, door middel van vergif, door een der zonen van Moavieh, die bang was dat H. zich weder op den troon zou trachten te plaatsen. Door de Sjyieten wordt H. gerangschikt onder de imans; bij zijnen dood ging het imanaat over op zijnen broeder Hussein (Hoessein).(Kennoen), de laatste edrissitische vorst, die in Mauritanië regeerde, beklom 954 den troon. Aangevallen door de Obaidieten en de spaansche Ommiaden, werd hij gevangen genomen en overgebracht naar Cordova; hij vond echter middel om te ontsnappen, verzamelde in Egypte eenige troepen, en trachtte nu zijn rijk te heroveren; doch na eenige voordeelen behaald te hebben, werd hij 984 door de Spanjaarden vermoord.

H.-ben-Sabbah, het hoofd van de secte der perzische Ismaélieten of Assassijnen, geb. omstr. 1050, gest. 1124. Zie ASSASSIJNEN.
H.-Buzurk, d. i. H. de Groote, werd stichter van de Ilkanische dynastie doordien hij, namens Behader-khan stadhouder van Klein-Aziè, zich na den dood van dien vorst meester maakte van Bagdad. Hij stierf omstr. 1356.
H.-ben-al-Hassan, gemeenlijk kortweg Alhazen genoemd, arabisch sterrekundige, geb. omstr. 980 te Bassora, werd door den fatimitischen sultan Hakem naar Egypte ontboden, om eenen toestel (een kunstwerktuig) uit te denken, waardoor de bevolking gevrijwaard kon worden tegen de overstroomingen van den Nijl. Toen H. geen kans daartoe zag werd de sultan zoo toornig, dat hij den armen sterrekundige met den dood dreigde, welk lot H. slechts van zich afwendde, door zich juist aan te stellen als iemand die aan volslagene verstandsverbijstering lijdt. Hij stierf zijn natuurlijken dood 1038. Eene verhandeling van H. over de Gezichtkunde werd in ’t Latijn vertaald uitgegeven door Risner (Bazel 1572).

< >