of Mohaviah, de le ommiadische kalif, geb. te Mekka in 't begin der 7e eeuw na Chr., was een achterkleinzoon van Ommiah, den vollen neef van Mahomed’s grootvader. Hij was landvoogd van Syrië toen Othman vermoord werd (656).
Onder het voorwendsel diens dood le willen wreken, weigerde hij Ali te erkennen als Othman’s opvolger, liet zich zelven als kalif uitroepen, en werd ook algemeen als zoodanig erkend toen Ali vermoord was (661). Hij onderwierp Egypte, Medina, Mekka, Jemen, en gaf door zijne veroveringen eene groote uitbreiding aan de grenzen van het mahomedaansche rijk. In het Westen drongen zijne troepen voorwaarts tot aan den Allantischen Oceaan; in het Oosten trokken ze den Oxnsover, overweldigden Sogdiana,en bemachtigden Samarkand en een gedeelte van Tartarije. Minder voorspoedig waren de wapenen van M. tegen de Grieken. Zijn zoon Jezid belegerde tevergeefs Constantinopel gedurende 6 a 7 jaren ; en na ontzaglijke verliezen geleden te hebben, zag M. zich genoodzaakt den vrede te koopen. Hij stierf'te Damascus in 680, en werd opgevolgd door zijnen zoon Jezid.II, zoon en opvolger van Jezid, regeerde slechts eenige maanden (683).