waaraan men naar hen de beteekenis hecht van Moordenaars, of Sluipmoordenaars, waren een tak van de ismaelitische geheime sekte, die haar middelpunt had te Cairo, en gesticht was door Hassan-ben-Sabbaii-el-Honiairi (gest. 1124). Omstreeks de helft der 11e eeuw was deze Hussan door de Ismaëliten in hunne geheime sekte opgenomen en tot dai (hoofdman) gewijd.
Hij ging naar Perzié, zijn vaderland, terug, verzamelde daar eene menigte aanhangers, en stichtte eene eigene Orde, welker leden eigentlijk Hassjissjijus heetten,van het arabische Hassjisj,dA. een bedwelmende drank, waarmede hun opperhoofd (die sheik-al-dzjebi, d. i. Oude van den Berg, genoemd werd) hen in eene soort van streelende zenuw-overspanning hragt, hetgeen heette een voorsmaak te genieten vondegelukzaligheidder hemelen. Sedert 1090 breidde deze sekte zich snel uit, en werd al spoedig eene geduchte magt, die, doortal van sluipmoorden, aan vorsten en staatsmannen schrik aanjoeg, en zich meester maakte van eene menigte sterke plaatsen en kasteden. Aan het opperhoofd dezer Orde waren al de leden blinde gehoorzaamheid schuldig. Van de vele sterke punten, waar ze zich genesteld hadden, waren de twee voornaamste : Alanioet in het noorden van Perzie, en Massiat of Maysut in het gebergte van den Anti-Libanon tusschen Antiochie en Damascus. In den tijd der Kruisvaarders kwamen de A. herhaalde malen in vijandige aanraking met de westerlingen,inzonderheid met dc Tempelridders. Door den mougoolschen vorst Hoelagoe werden (1256) hunne sterkten in Perzié veroverd en geslecht. En eenige jaren later maakte de egyptische soedan Bibars ook in Syrië een einde aan hunne magt, welke omstreeks 180 jaren had geduurd. Overblijfselen der A. bestaan, als kettersche partijen, nog heden ten dage, zoowel in Perzié, waar ze onder den naam van Hosseinis nog in de omstreken van Alamoet wonen, als in Syrië, waar hun (1809) het kasteel Massiat teruggegeven is door de Turken. Na Hassan zijn hunne voornaamste opperhoofden geweest: Kia-Biizurgomid, Ala-Eddyn of Aladijn en Rockneddyn.Onder hunne voornaamste slagtoffers telt men een kalif van Bagdad, een kalif van Cairo, en Conrad markies van Montferrat.