Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Hanno

betekenis & definitie

deze naam is gedragen door verscheidene Carthagers, waarvan de beroemdste zijn:

1) bevelhebber der carthaagsche vloot, werd bij de Egadische eilanden verslagen door den romeinsebeu consul Lutatius (242 v. Chr.), door welke nederlaag Carthago ophield meester te zijn van de zee.
2) carthaagsch veldheer, Hanno de Groote bijgenaamd, was steeds een voorstander van den vrede met de Romeinen, en een verklaard tegenstander van Hamilcar, Hasdrubal en Hannibal, wier oorlogzuchtig streven steeds op alle mogelijke wijzen door H. werd tegengewerkt. Hij stond aan het hoofd van het gezantschap, dat, na den ongelukkigen slag bij Zama, den vrede met Scipio tot stand bracht (202 v. Chr.).
3) een neef van Hannibal, onderscheidde zich sedert 215 v. Chr. in Neder-ltalie, waar hij met veel talent oorlog voerde tegen de Romeinen.
4) een carthaagsch zeevaarder, werd door zijne regeering uitgezonden om eene ontdekkingsreis te doen langs de kusten van Afrika, aan gene zijde der zuilen van Hercules. Op dien tocht werden zes koloniën door hem gesticht ter kuste van het tegenwoordige Marokko, en bij zijnen terugkeer in het vaderland hing hij een verslag van zijne reis op in den tempel van Kronos (d. i. Saturnus). Eene grieksche vertaling daarvan, onder den titel van Periplus (Omzeiling), is opgenomen in de »Geographi Graeci minores”; onder de nieuwe vertalingen, die daarvan bestaan, merken wij op die van Chateaubriand in zijn »Essai sur les Révolutions".

< >