geb. 12 November 1793 te Bergen op Zoom, broeder van den haagschen commissaris van policie Abraham Ampt, ontving van dezen in November 1813 berigt van het ,,Oranjehoven” te s Gravenhage, en maakte te Rotterdam, waar hij met eene fransche brik lag, gebruik van de afwezigheid van den franschen commissaris-generaal van policie, om met zijn scheepsvolk tot de partij van Oranje over te gaan. Hij nam de wijk naar 's Hage, waar hem de last opgedragen werd, de landswerf te Rotterdam in bezit te nemen, welke taak hij den 22 November gelukkig volvoerde.
Ben volgenden dag bemande hij twee kanonneerbooten, en voer daarmede de Maas op, om de Franschen te bestoken, tegen wie hij zich in dat tijdsgewricht nog herhaalde malen in schermutselingen onderscheidde. Te Parijs werd hij door den krijgsraad natuurlijk als overlooper tot de doodstraf met den kogel veroordeeld hij verstek. Hij is nog lang als verdienstelijk zee-officier den lande van nut' geweest, en stierf als kapitein-luitenant ter reede van Batavia 30 October 1837.