Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Ezer

betekenis & definitie

zes verschillende personen in het 0. T.:

1) een vorst der Horieten in Edom; Gen. 36: 21, 27, 30; 1 Chron. 1: 58.
2) een afstammeling van Juda; I Chron. 4: 4.
3) een afstammeling van Ephraim; I Chron. 7: 2t.
4) een der helden van David ; I Chron. 12: 9.
5) een der wedergekeerden uit Babel; Neh. 3: 19.
6) een priester; Neh. 42:42.

< >