dichter en pythagorisch wijsgeer, geb. omstr. 536 v. Chr. op het eiland Cos, kwam zeer jong naar Sicilië, bloeide aan het hof van Hiëro I te Syracuse, en stierf aldaar omstr. 450 v.
Chr. Hij was de schepper van eene bijzondere soort grieksche blijspelen (dedorisch-sicilischegenaamd); de daarvan bewaard geblevene fragmenten (Epicharmi fragmenta) zijn uitgegeven door Kruseman (Haarlem 1834) en door Meineke (Berlijn 1839, in dl. 1 der “Fragmenta comicorum GrEecorum").