eene nimf, die door de Romeinen vereerd werd als godin der bronnen, bewoonde het bosch van Aricia bij Rome. Numa Pompüius, die bij het nog geheel ruwe romeinsche volk zachtere zeden wilde invoeren, zonderde zich in dat boschje af, waar hij van E. de godsdienstige en burgerlijke wetten ontving, die hij vervolgens uitvaardigde.
Volgens Ovidius was E. eene schoone maagd, die Numa tot vrouw nam, en die hem bijstond in het regeeringsbeleid. Nog tegenw.ziet men buiten de Porta Capena, in de vallei van Caffarella, de grot en de bron van E.