(Jean François), zoon van een koopman te Bordeaux, werd 1791 afgevaardigde ter Wetgevende vergadering, sloot zich aan bij de partij der Girondijnen, en werd 31 Oct. 1793 met Vergniaud en anderen geguillotineerd ; hij is vooral bekend door zijne kernachtige redevoering bij het laatste banket der Girondijnen vóór ze ter dood gebracht werden.
(Roger, graaf), geb. 1747 te Dax in het fransche dept. Landes, was advocaat, toen hij 1792 door dat dept. als afgevaardigde naar de nationale Conventie werd gezonden, van welke vergadering hij achtervolgend secretaris en president was, doch zich overigens niet bijzonder onderscheidde. Daarna in den raad der Oudsten gekozen, werd hij 1799 benoemd tot lid van het Directoire. Op den 18 Brumaire gemeene zaak makende met Bonaparte en Siéyès, hielp hij zijne collegaas afzetten, en werd in het voorloopige consulaat derde consul; onderbet keizerrijk werd hij sénateur en graaf. Na den terugkeer der Bourbons ontving hij bevel om Frankrijk te verlaten, en in Maart 1816 vond hij zijnen dood in de nabijheid vanUIm, doordien hij uit zijn rijtuig sprong, terwijl het door een ongeluk ten onderste boven werd geworpen.