of Deutichem, stadje met circa 2000 inw. in de nederl. prov. Gelderland, aan den ouden IJsel, 7 uren gaans beoosten Arnhem en 2 uren gaans bezuidoosten Doesborgh ; wordt het eerst vermeld 838, werd in 1100 door eenen ringmuur omsloten, en omstr. 1236 door Otto II, graaf van Gelder, met stadsrechten begiftigd, was in de 15e eeuw eene bloeiende stad en sterke vesting; 1499 werd D. belegerd door Jan II, hertog van Cleve, die echter het beleg moest opbreken, omdat de Gelderschen eenen inval deden in zijn eigen land.
In de 16e eeuw was D. afwisselend in de macht der Spanjaarden of van den prins van Oranje. In 1607 werden D. en Lochem tot onzijdige steden verklaard ; doch 1665 werd het door de Munsterschen bemachtigd, die het ongeveer 7 maanden in bezit hielden. In 1672 ging D. zonder slag of stoot aan de Franschen over, die het bezet hielden, totdat zij genoodzaakt werden ons land te verlaten; 1787 bezet door pruisische troepen; 25 Nov. 1794 trokken de keizerlijken D. binnen; 8 Febr. 1795 in bezit genomen door de Franschen;1813Jintocht der geallieerden. Van andere (dan oorlogsjrampen leed D., als volgt: in het laatst der 16e eeuw heerschte de pest er zoo hevig, dat men van elders menschen moest laten komen om de dooden te begraven; 1754 en 1764 watersnood; 1774 veepest; 1783 hevige roode loop; 1784, 1809 en 1814 watersnood. De stad D. is de geboortepl. van Christiaan Anthonie Verhuell (onder koning Lodewijk ambassadenr in Spanje) en van diens broeder Karel Hendrik Verhuell (admiraal en pair van Frankrijk).