Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Dijon

betekenis & definitie

het oude Dibio of Divio, hoofdpl. van het fransche dept. Côte-d’Or, aan de zamenvloeijing van de Ouche met den Suzon; 30,000 inw.; was reeds ten tijde der Romeinen eene niet onbelangrijke plaats, en werd door Marcus Aurelius van vestingwerken voorzien; eerst in de 4e eeuw echter kwam D. tot eenigen bloei.

In de nabijheid van D. overwon Clovis (anno 500) den burgundischen koning Gondebald, door het verraad van Godegisil. In 1137 werd D. door eenen geweldigen brand bijna geheel verwoest ; doch twintig jaren later weder opgebouwd, werd hel weldra de hoofdstad van het hertogdom Burgundië. Toen dat hertogdom 1477 aan de Kroon was getrokken, werd D. de hoofdpl. der provincie, de zetel der staten-generaal en van een vermaard parlement. In 1595 opende de maire van D. (René Flentelot) de poorten der stad voor Hendrik IV. Twee conciliën zijn te D. gehouden (1075 en 1199), en het is de geboorteplaats van 2 hertogen van Burgundië (nl. Jan zonder Vrees en Filips den Goede), van Bossuet, Crébillon, Longepierre, Piron, Rameau, Clément, Maret, enz.

< >