neef van den redenaar Demosthenes, behoorde tot de aanzienlijkste mannen van Athene. Door zijnen oom gevormd, bestreed hij na diens dood met kracht de macedonische partij.
Hij had zijne verheffing te danken aan Demetrius Poliorcetes (307 v. Chr.), die in Athene de democratie herstelde; doch reeds kort daarna (303 v. Chr.) ondervond hij de onbestendigheid des lots, doordien hij in ballingschap werd gezonden. In 298 v. Chr. teruggekeerd, legde hij in zijne door Demetrius andermaal ondersteunde vaderstad versterkingen aan, werd met verschillende zendingen belast naar de vorsten van Macedonië en Egypte, en bragt orde in het financie-wezen van Athene. Deze, waarlijk onbaatzuchtige en edele, vaderlandslievende man stierf omstr. 280 v. Chr.