beroemd grieksch geneesheer uit Crotona, geb. omstr. 558 v. Chr., leefde eenigen tijd aan het hof van Polycrates, tiran van Samos; na het tragisch uiteinde van dien vorst, werd D. als slaaf weggevoerd naar Soeza door den perzischen koning Darius.
Toen hij aan dezen vorst en aan diens gemalin Atossa met het beste gevolg den bijstand zijner kunst had verleend werd hij met gunsten en eerbewijzen overladen. Doch onder het voorwendsel onderzoekingen te willen gaan doen in Griekenland wist D. vergunning te bekomen om Soeza te verlaten, en keerde toen naar Crotona terug.