d. i. Tiend-akkers, ongeveer de tegenwoordige Breisgau, was eene landstreek in den zuidwesthoek van Germauia benoorden den Donau en beoosten den Rijn, door de Romeinen in de eerste eeuw na Chr. in bezit genomen, en in de 3e eeuw door hen in akkers afgestaan aan veteranen hunner legers en aan landverhuizers uit Gallië, welke nieuw e bezitters daarvoorjaarlijks slechts het tiendegedeelte [décimant partem) van de opbrengst hunner akkers moesten betalen.
De grenzen, die deze tiendpligtige landstreek van het vrije Germanié scheidden, waren afgebakend door eene versterkte linie van muren en wallen. Na de 3e eeuw verviel deze romeinsche kolonie weder aan duitsche stammen.