in de burgerlijke indeeling bij de Romeinen het tiende ' gedeelte eener centurie (zie dat art.). Elke D. bestond dus uit tien personen ; doch toen de centuriën later uil meer dan 100 personen waren zamengesteld, werden de Decurièn ook naar evenredigheid zooveel grooter.
Aan het hoofd van elke D. stond een Decurio, d. i. een hoofdman over tien.