romeinsch ridder, geb. 107 v. Chr., gest. 43 v.
Chr., tien maanden na den moord van Cesar, door wien hij genoodzaakt werd zelf eene rol te vervullen in een zijner satirieke tooneelstukken, die den naam droegen van Mimes. Onder de nog van L. aanwezige fragmenten (verzameld door Bothe in de .Fragmenta poetarum Latinorum scenicorum”, dl. 2, Halherstadt 1824), bevindt zich de beroemde Prologus, door hem geschreven voor het stuk, waarin hij genoodzaakt was geworden zelf voor den dictator op te treden; die Prologus is uitmuntend in het Duitsch vertaald door Wieland, bij de Satiren van Horalius (dl. 1, Leipzig 1819).