grieksch geneesheer en geschiedschrijver, uit het geslacht der Asclepiaden, geb. te Cnidus, begaf zich omstr. 416 v. Chr. naar Perzië, bragt 17 jaren als geneesheer aan het hof van Artaxerxes-Mnemon door, en schreef eene »Geschiedenis van Perzië en Indië”.
Van dit werk zijn slechts eenige stukken en door Photius gemaakte uittreksels overgebleven; men vindt ze dikwijls achter Horodotus, met wien Ctesias weinig overeenstemt: hij schijnt niet veel geloof te verdienen. De beste afzonderlijke druk van dezen schrijver is die van Bahr (Frankfort aan den Main, 1824).