d. i. het holle Syrië, sedert den tijd der Macedoniërs dat gedeelte van zuidelijk Syrië, dat zich als een lang dal tusschen den Libanon en den Antilibanon uitstrekt; in den tijd echter toen de Ptolemeën over het zuiderdeel van Syrië regeerden, werd de naam C. ook uitgestrekt tot Phenicië en Palestina. Een der voornaamste steden van C. was Heliopolis.
In 112 v. Chr. vormde C. ten behoeve van Antiochus Cyzicenus een afzonderlijk rijk, met Damascus tot hoofdstad. Tegenw. maakt C. deel uit van de pachaliks Tripoli en Damascus.