1) een der zoogenaamde Zeven Wijzen van Griekenland, uit Lacedemonië, leefde omstr. 600 v. Chr.; bij stierf van blijdschap, toen hij zijnen zoon zag bekroonen als overwinnaar in de Olympische spelen.
2) mededinger van den spartaanschen wetgever Lycurgus, behoorde tot het oude geslacht der Proclïden, en beweerde dus meer geregtigd tot den troon te zijn dan Lycurgus, die niet van vorstelijken bloede was. Doordien C. een groot gedeelte der burgers door beloften voor zich had weten te winnen, moest Lycurgus, om niet vermoord te worden, zijn behoud zoeken in de vlugt; doch hij keerde later terug, toen C. door de burgers zelf genoodzaakt werd om zich door de vlugt te redden.