Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Chiloë

betekenis & definitie

een in 1558 door Mendoza ontdekte archipel in de golf van Ancud, aan de zuidkust van Chili, waarvan C. eene afzonderlijke provincie vormt, bestaat uit 25 bewoonde eilandjes en ruim 300 onbewoonde dito, omvat eene uitgestrektheid van omstreeks 200 vierk. mijlen, bevolkt met 62,000 zielen, deels Spanjaarden, deels Indianen. De hoofdplaats der prov.

C. is San-Carlos op het vruchtbare eiland C. of Isla Grande (zijnde het grootste der geheele groep), op welk eiland ook nog de havenplaatsen Chacao, Castro en Delcahue.

< >