Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Carnot

betekenis & definitie

(Lazare Nicolas Marguerite, graaf), geb. 13 Mei 1753 te Nolay in Bourgogne, was kapitein der genie bij het begin der fransche omwenteling, aan welke hij zich aansloot, werd afgevaardigd 1791 ter Wetgevende vergadering, 1792 ter Conventie; hier stemde hij voor het doodvonnis van Lodewijk XVI. Onder het Schrikbewind organiseerde hij de legers der revolutie; generaal Gratiën werd door hem afgezet wegens gebrek aan vastberadenheid, en zelf plaatste hij zich aan het hoofd der fransche troepen, die nu de overwinning bevochten bij Wattignies.

In 1795 lid van het Directoire, geraakte hij al spoedig in onmin metBarras, werd 1797 tot deportatie veroordeeld, doch had zich gered door de vlugt, en de wijk genomen naar Duitschland. Na 18 Brumaire door den Eersten Consul teruggeroepen, werd C. in 1800 minister van oorlog, en bleef dit tot den vrede, na de veldslagen van Marengo en Hohenlinden. In 1802 in het tribunaat zitting genomen hebbende, stemde hij als echt republikein tegen het levenslange consulschap en tegen het oprigten van een keizerrijk. Vervolgens leefde hij ambteloos tot aan den voor Frankrijk zoo noodlottigen veldtogt naar Rusland; toen bood hij Napoleon grootmoediglijk de dienst van zijnen degen aan, en werd benoemd 1814 tot bevelhebber van Antwerpen, welke stad hij heldhaftig tegen de geallieerden verdedigde tot na de capitulatie van Parijs, toen hij slechts op bevel van den graaf van Artois overging tot de overgaaf. In de Honderd Dagen werd hij door Napoleon verheven tot graaf en pair, en op nieuwbenoemd tot minister. Na de tweede abdicatie was C. lid van het Voorloopig Bewind, doch na de restauratie werd hij (24 Julij 1815) gebannen. Hij nam de wijk eerst naar Warschau, toen naar Maagdenburg, waar hij 3 Aug. 1823 stierf. Hij heeft verscheidene wis- en vestingbouwkundige werken geschreven.(Lazare Hippolyte), zoon van den vorige, geb. 6 April 1801 te St.-Omer, was na de Februarij-omwenteling 1848 een oogenblik (tot Julij) minister van onderwijs en eeredienst, daarna lid der kamer, doch na den staatsgreep van 2 Dec. 1851 verdween hij van het politiek tooneel.