Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Calderon de la barea

betekenis & definitie

(voluit: don Pedro Calderon de la Rarca Bareda Gonzalez de Henao.Ruiz de Blasco y Riaïïo), beroemd spaansch dichter, geb. 1 Jan. 1601 (anderen zeggen 17 Jan. 1600) te Madrid, studeerde te Salamanca, sclfrecfop zijn 14ejaar zijn eerste stuk, trad op 25-j. leeftijd als gemeen soldaat in dienst, en was reeds een geacht tooneeldichter, toen Filips IV hem 1636 naar Madrid riep, aan zijn hof, hem met gunsten overlaadde, en hem de noodige gelden verschafte, om zijne talrijke pennevruchten ten tooneele te brengen. In 1646 omhelsde C. den geestelijken stand, werd 1653 kanunnik van Toledo, kwam 1663 weder naar Madrid, waar hij 25 Mei 1681 als Caplati. mayor der congregatie van St.-Petrus stierf.

Nagenoeg in alle soorten van poézij heeft C. iets geleverd; maar inzonderheid treurspelen, blijspelen, kluchtspelen,historische toonaelstukken en (door hem zelven als zijne beste produkten beschouwd) Autos sacramentales. Al zijne stukken dragen den stempel van een verheven genie en eene onuitputtelijke verbeeldingskracht, maar gaan ook mank aan eene volslagene verwaarloozing van de regelen der kunst en aan de schreeuwend te anachronismen. De beste editie der Comedias van C. bezorgde Hartzenbusch (4 dln. Madrid 1848—50).

< >