Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Calcutta

betekenis & definitie

in 1717 nog slechts een dorp, waaide Engelschen sedert 1690 eene factorij hadden, behoort sedert 1757 aan Engeland, is hoofdslad van het presidentschap Bengalen en van geheel britsch O.-Indié, zetel van den britschen onderkoning, en heeft met deszelfs voorsteden ongeveer 1 millioen inw., meest Hindoes, en overigens mahomedaansche inboorlingen des lands en Europeanen. Het is de voornaamste koopstad van O.-I., envoorindigo zelfs de hoofdmarkt der wereld ; de haven van C., voor groote zeeschepen, is Diamond-Harbour.

De stad C. ligt op den linkeroever van den Hugly, een tak van den Ganges; zij wordt onderscheiden in de Zwarte stad, bestaande uit de leem- en bamboeshutten der inboorlingen, en de Witte stad (of voorstad Tsjaoeringhee), met huizen als paleizen, bewoond door Europeanen. Het fort William is eene sterke citadel; overigens heeft C. universiteit, sterrewacht, beroemden plantentuin, en vele andere instellingen, en is een middelpunt is van geleerdheid. In 1864 (5 Oct.) ontzettend geteisterd door een orkaan.

< >