Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Brussa

betekenis & definitie

turksch Bursa, het oude Prusa, stad in het turksohe ejalet Anatolië in Klein-Azië, aan den voet van den Olympus, 12 mijlen bezuiden Constantinopel, is de zetel van een griekschen metropolitaan en van een armenischen aartsbisschop, en telt met inbegrip van deszelfs regtsgebied 103,000 inw. Levendige handel drijft B., vooral in zijde.

Gesticht door Hannibal, was B. lang de hoofdstad van Bithynië; vervolgens behoorde het aan de Romeinen. Voor de Turken heeft B. eene bijzondere beteekenis als uitgangspunt van het osmanische rijk, welks stichter (Osman) te B. den zetel vestigde van zijne regering. Zes sultans hadden te B. hunne residentie, totdat Constantinopel veroverd en tot hoofdstad des rijks verheven werd. In 1325 doorOrkhan vermeesterd, werd B. de hoofdstad van diens rijk; 1377 werd het aan de vlammen prijsgegeven door Tamerlan, vervolgens geheel verwoest door diens zoon Isa, weder opgebouwd door Mahomed II, op nieuw veroverd en gedeeltelijk in de asch gelegd door Soliman. Vele gedenkteekenen der oudheid werden te B. vernield of beschadigd door de aardbevingen 28 Maart, 11 en 27 April 1855. Van 1853 tot 1855 was B. de verblijfplaats van Abd-el-Kader. In 1863 (16 Octob.) werd B. deerlijk geteisterd door een orkaan, vergezeld van aardbeving en wolkbreuk, en eenige weken vroeger had het veel geledeu door een hevigen 'brand.

< >