zoon van den vorige, geb. Dec. 1805, trad eerst op als romanschrijver, en koos als zoodanig al spoedig eene staatkundige rigting, door zich aan te sluiten bij de zoogenaamde volbloed-liberalen; doch toen hij 1837 voor Maidstone zitting nam in het parlement, helde hij meer en meer tot de conservative partij, inzonderheid lot de aanhangers van Peel over, en behoorde, toen hij in 1841 voor Shrewsbury zitting nam in het Lagerhuis, tot de oprigters en leiders van het toryistische •Jonge Engeland", welke partij hij ook voorstond in zijne staatkundige romans, zooals Coningsby (3 dln.
Londen 1844), Sybil (3 dln. Londen 1845) en Tancred (3 dln. Londen 1847). Sedert den dood van lord Bentinck als het hoofd der protectionisten beschouwd, bekleedde hij in de twee minisleriën Derby (Febr. tot Dec. 1852, en Febr. 1858 tot Junij 1859) het ambt van kanselier der schatkist.
