it. Benevento, lat.
Beneventum, de eenige stad in de 25,000 zielen tellende delegatie B. in den Kerkdijken Staat, ligt 28 mijlen bezuidoosten Rome op eene hoogte tusschen de rivieren Sabato en Calore, telt ruim 16,000 inw., is de zetel van een aartsbisschop, en bezit vele merkwaardige oudheden, waaronder een triomfboog van marmer uit Paros. Bij B. werd 1266 een gewigtige veldslag geleverd, waarin Manfred kroon en leven verloor, en waardoor Karel van Anjou meester bleef van Napels en Sicilië. De stad 11., die geacht wordt ouder te zijn dan Rome, behoorde aanvankelijk aan de Samniten, en droeg toen den naam van Maleventum, uit hoofde van de slechte lucht;maar de Romeinen, na erPyrrhusverslagen en de stad bemagtigd te hebben (275v.Chr.) veranderden dien naam in Beneventum, hetgeen juist het tegenovergestelde beteekent; en 268 v. Chr. werd B. door eene romeinsche volkplanting aanmerkelijk vergroot en versterkt. Door Hannibal werd B. belegerd te vergeefs; doch door den gothischen koning Tolila werd het ingenomen en verwoest. Kort daarna (589 na Chr.) werd het door den lombardischen koning Autharis weder opgebouwd, en tot een hertogdom verheven. Na den val van het door Karel den Gr. omvergeworpene lombardische rijk, werd het hertogdom B. lang bestuurd doorbijzonderehertogen en prinsen. In 1047 maakten de Noormannen zich van B. meester, doch werden er uit verdreven door keizer Hendrik III, die het 1053 afstond aan zijnen bloedverwant paus Leo IX; sedert dien tijd is B. beschouwd als domein der Kerk. De koning van Napels bezat deze stad eenen korten tijd (1769 —74); in 1798 werd B. veroverd door de Franschen, en 1806 door Napoleon tot een prinsdom verheven, ten behoeve van Talleyrand. Na 1814 werd B. teruggegeven aan den Paus.
