Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Belsazar

betekenis & definitie

(hebr. Belsjazzar), niet te verwarren met Beltsazar (zie dat woord), laatste koning van Babel (554—538 v.

Chr.), zoon van Nebucadnezar, gaf zich over aan een werkeloos en wellustig leven, en liet het regeringsbeleid over aan zijne moeder Nitocris. Toen hij op een gastmaal de gewijde vaten, die uit den tempel van Jeruzalem waren weggevoerd, ontheiligde, zag hij dadelijk door eene onzigtbare hand deze drie raadselachtige woorden op den muur schrijven: Mene, Thekel, Peres (zie Daniël 5:26—28). Daniël ontboden zijnde om die woorden te verklaren, zeide hem, dat ze zijne straf en zijnen dood aankondigden. En werkelijk dien zelfden nacht drong Cyrus in Babel door, en B. werd vermoord. Herodotus noemt hem Labynetus, en bij Berosus heet hij Nabonid of Nabonadius. De naam B. komt alleeninden Bijbel voor, en is overigens veranderd in Balthazar.

< >