Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Herodotus

betekenis & definitie

de oudste gneksche geschiedschrijver. ml dien hoofde gemeenlijk de "Vader der Geschiedenis" genoemd, geb. 484 v. Chr. te Halicarnassus in Carie, was een neef van den dichter Panyasis.

Reeds vroeg (sedert omstreeks 462) ondernam hij verre reizen, naar Griekenland, Egypte en Azië, om zich bekend te maken met de geschiedenis en de gewoonten der volken van die landen. Bij zijnen terugkeer vond hij zijne vaderstad verdrukt door Lygdainis, en zag zich genoodzaakt de wijk te neniuu naar Samos; reeds kort daarna echter keerde hij te Hulicarnassus terug, en verloste het van den verdrukker. Door zijne medeburgers met ondank beloond, begaf hij zich in vrijwillige ballingschap, en begon zijn Geschiedkundig werk te schrijven Het begin daarvan las hij aan de Grieken voor, die bijeengekomen waren om deel te nemen aan de Olympische spelen (456 v. Chr.), en werd algemeen toegejuicht (zie THUCYDIDES); het geheele werk voltooid las hij 12 jaren later voor, bij het feest der Panalheiieen, en ontving van de Atbeners terbelooningeene som van 10 talenten (27,000gld.). Omstreeks 444 v. Chr. verliet hij Griekenland en begaf zich naar Thurinm in Italië, waar hij 408 v. Chr. stierf. Zijn in den ionischen tongval geschreven werk, bestaande uit 9 boeken, is een der kostelijkste gedenkstukken uit de oudheid; het behandelt hoofdzakelijk de Medische oorlogen; doch bij wijze van inleiding en van ingevlochten bijwerk behandelt de schrijver tevens de geschiedenis der Perzen, Meden, Egyptenaars en verscheidene andere volken. Hij wordt algemeen beschouwd als de geloofwaardigste van alle geschiedschrijvers uit de oudheid. Ontelbaar zijn zoowel de vertalingen als de editieu van H.’s werk. De voornaamste editien zijn de Editio prmceps, in 1474 te Venetië uitgegeven door Lorenzo Valla, Grieksch-Latijn; die van Wesseling, Amsterdam 1763 in fol.; die van Schweighauser, 6 dln. Straatsburg en Parijs 1816, raetaanteekeningen verrijkt door Gaisford, Oxford 1824, en nagedrukl in 4 dln. te Leipzig 1824; maar vooral de editie van Bahr (4 dln. Leipzig 1830—35; 2e druk 1836—61) en die van Stein (5 dln., Berlijn 1856—60). Editién voor handgebruik zijn geleverd door Bekker (Berlijn 1845)), Muller (Parijs 1844), Dietsch (2 dln., Leipzig 1854), Palm (3 dln.. Lpz. 1853), Abicht (Leipz. 1861 en v.).

< >