1 ) voormalig dorp en heerlijkheid op het zeeuwsche eiland Zuid-Beveland; het dorp werd door 3 overstroomingen (5 Nov. 1530, 2 Nov. 1532 en in 1539) geheel vernield, zoodat er niets meer van bestaat.
2) Het fort Bath, in 1785 op het eil. Zuid-Beveland aangelegd als grenskantoor voor de inkomende regten, nadat wij de forten Lillo en Liefkenshoek aan keizer Jozef 11 hadden moeten afstaan. In het begin van Aug. 1809, bij de landing der Engelschen in Zeeland, werd het fort B. door de Hollanders ontruimd, doch reeds 4 Sept. weder door hen betrokken. In 1813 hielden de Franschen het fort B. nog bezet, na reeds het gansche eiland verlaten te hebben, en eerst na den vrede van Parijs ontruimden zij het (April 1814). Sedert 1830 zijn de fortificatiën zeer versterkt.
3) fraai gebouwde stad in het engelsche graafschap Sommerset, aan de Avon; 54,000 inw.; is een der liefste steden in Europa en eene druk bezochte badplaats. De Romeinen noemden het Aqiwe Solis, ook Aquce Calid<e, en legden er (later beroemd gewordene) badstoven aan. Men vindt er nog resten van de ruinen van een Minerva-tempel. Sedert 1750 is B. met vele schoone gebouwen Verfraaid; in 1805 kwam B. in hel bezit van een schouwburg. De hoofdkerk,in 1495 begonnen, is het laatste openbare gebouw', dat in Engeland in den gothischen stijl is opgetrokken.
4) havenplaats in den staat iVlaine (N.-Amerika), aan den Kennebec; 10,000 inw.
5) vlek in denstaatNewYork; 6000 inw.
6) hoofdplaats van de prov. B., in den staat Virginia; heeft warme bronnen.
7) stadje in Hongarije, met 2,500 inw., noordelijk van den Donau; het ligt 11 mijlen ten N. N. W. van Pesth.