de oudste bewoners van het tegenw. Cleefsland, Gelderland en Holland, waren een germaansch volk, afkomstig uit Hessen.
Ten gevolge van aanhoudende twisten aldaar met hunne naburen de Gatten, kwamen zij zich op raad van hunne priesters omstreeks 100 jaren v. Chr. hier te lande nederzetten. Al spoedig door de Romeinen beoorloogd, werden zij,na een even dapperen als hardnekkigen tegenstand, wel is waar overwonnen door de overmagt, maar desniettemin door de Romeinen als vrienden en bondgenooten aangenomen. Tegenover de goede en gewigtige diensten evenwel, die deB.aan de Romeinen bewezen, maakten deze hunne overheersching hoe langer hoe drukkender, waarvan het gevolg werd, dat de B. eindelijk, onder aanvoering van Claudius Civilis, in opstand kwamen tegen de Romeinen, en na hen eenigen tijd met uitstekende dapperheid bevochten te hebben, eenen eervollen vrede bedongen; door de keizers Trajanus en Adriaan werden de B. echter andermaal aan de romeinsche heerschappij onderworpen. Langzamerhand vermengden de B. zich met de Friezen, en in het laatst der 3e eeuw werd het land der B. vermeesterd door de salische Franken, later door de Saksen, en onder deze verloren de B. hunne zelfstandigheid geheel en al; zelfs de naam van hun land Batavia (nog overgebleven in de benaming van de Betuwe) werd veranderd in Neder-Saksen.
