(Benjamin), geb. 1580 te Charenton in Frankrijk, waar hij later zijnen vader opvolgde als predikant, was 1637 moderator van de nationale synode le Alençon, en vereffende daar de geschillen over de algemeene genade; hij schreef ook eene verhandeling over de Kerk; hij stierf 1653.
(Antoine), oudste zoon van den vorige, geb. 1610 Ie Flottemanville, was predikant te Bayeux en werd 1685, bij de vervolging die de Hervormden destijds in Frankrijk ondervonden, gevankelijk naar Havrede-Gràce gebragt; doch weder op vrije voeten gesteld, nam hij de wijk naar Holland, en stierf Ie Zutphen.
(Samuel), heer van FloUemanville, geb. 1638, was de oudste zoon van den vorige en predikant, eerst te Bayeux, later te Zutphen. Hij schreef Annales polilico-ecdesiaslici, zijnde een vervolg der kritiek \an Casnuhouus op de Jaarboeken van Baronius; hij stierf 1721.
(Henri), heer van Eranquesnoi, broeder van den vorige, geb.löOcl. 1615 te Stc. Mère l'Eglise, gest. 20 Oct. 1605, was advokaat bij het parlement, een welsprekend man, en werd als commissaris in dc zaken der Hervormden gebruikt.
B. de Beauvai (Jacques), oudste zoon van den vurige, geb. 8 Aug. 1655 te Rouaan, waar hij 1676 predikant werd. Bij de herroeping van bet edict vannantes (1685) kostte hel hem veel moeite, vergunning te bekomen om naar Holland te vertrekken, in 1601 werd hij predikant bij dewaalsche gemeente Ie Rotterdam, en 1704 als zoodanig beroepen naar 's Gravenhage, waar hij de achting en vriendschap mogt verwerven van den raadpensionaris Heinsius en van den franschen gezant De Torcy, en bij zijne veelzijdige talenten ook in de gelegenheid kwam, zijne bekwaamheid alsstaatsmantedoen blijken. Heinsius zond hem met den franschen gezant U’Uxelles naar de utrechtsche vredehandeling. Kardinaal Bouillon, die zich als vlugteling in Holland bevond, vertrouwde aan B. zijne belangen toe; en de hertog van Orleans, Regent van Frankrijk, zond den abbé (naderhand kardinaal) Duhois tot B. om diens raad in te winnen en te volgen bij de onderhaiidclmgcu over een bondgenootschap niet Engeland, hetwelk dan ook 1717 gesloten werd. Bij wijze van erkentenis voor de diensten, door B. in deze aan zijn vaderland bewezen, herstelde de Regent hem in het bezit van de goederen, die hij in Frankrijk had moeten achterlaten, en verleende hem bovendien een vast jaargeld. Men heeft onder meer werken van B. enneHisloire de l'F.glise (Rotterdam, 1699, 2 dln. in fol.); Hisloire des Juifs depuis J. C. (1706, 5 dln. in 12°.; 1716, 15 dln. in 12°.); Dissertations sur les duels et les ordres de Chevalerie (1720).
B. de Beauval (Henri), broeder van den vorige, geb. 7 Aug. 1656 te Rouaan, gest. 29 Maart 1710 vermoedelijk te Rotterdam, redigeerde van 1687 (toen hij in Holland kwam) tot 1709 de Histoire des ouvraycs des Sauants, zijnde een vervolg op het tijdschrift ISouvelles de larépublique deslettres van Bayle, die door ziekte verhinderd werd dat voort te zetten.
