(Charles), geb. 1767 te Marseille, was 1789 advokaat aldaar, en omhelsde alseen heethoofd van den echten stempel de zaak der omwenteling, redigeerde te Marseille een democratisch dagblad, dat een grooten invloed uitoefende, en werd 1789 benoemd tot gemeente-secretaris in zijne geboorteplaats. In 1791 met eene bijzondere zending van wege de stad Marseille naar Parijs gezonden, werd hij daar de ziel der Marseillanen, en had met dezen een groot aandeel aan de gebeurtenissen van 10 Augustus, werd benoemd tot afgevaardigde bjj de Conventie, onderscheidde zich op de tribune evenzeer door zijne welsprekendheid, als door de schoonheid van zijne gestalte, trad tot de partij der Girondijnen toe, en verklaarde zich opentlijk als tegenstander van Marat en Rohespierre.
In het proces tegen Lodewijk XVI drong hij er op aan, dat er een beroep zou worden gedaan op het volk. Den 31 Mei werd hij als koningsgezinde en vijand der republiek vogelvrij verklaard ; hij zocht eene schuilplaats in Calvados, en ging te Quimper scheep naar Bordeaux; doch naauwelijks daar aangekomen, werd hij gearresteerd en (25 Junij 1794) onthoofd. Hij was pas 27 jaren oud, en heeft gedenkschriften nagelaten, die door zijnen zoon in het licht zijn gegeven in de verzameling ('Mémoires relatifsalarévolution”) van Baudouin 1822.(Charles Ozé), zoon van den vorige, geb. 16 Aug. 1792 te Marseille, sedert 8 Febr. 1858 senateur, na verschillende ambten te hebben bekleed, beeft behalve de Gedenkschriften zijns vaders ook eigene werken in het licht gegeven, bijv. Histoire des Etats-Unis( 1824); VoyagedeLaFayelle en Amérique en Mémoires d'un sergent; allen dikwijls herdrukt.
