deensche geleerden-familie.
(Jacob), geb. 4 Mei 1735 te Wordingborg, gest. 5 Julij 1804 als prof. der welsprekendheid en latijnsche taal te Koppenhagen, schreef, onder meer, eene “Deensche Spraakkunst" en een “Latijnsch en Deensch Woordenboek”.
(Torkel), broeder van den vorige, geb. 1734, heeft veel geschreven over landbouw.
(Jacob Gustaaf Lodewijk), oudste zoon van den eerstgenoemde, geb. 1764, gest. 1840, bekend als deensch geschiedschrijver door zijne Danmarks Riges Historie (5 dln., Koppenh. 1829—32).
(Torkel), des vorigen broeder, geb. 27 Junij 1765, smaakvol oudheidkenner, schreef onder anderen Kort Regreb af del gritske Materies Historie. Zijne uitgave der tragediën van Seneca (Leipz. 1821) is een degelijk philologisch werk.