deze kloosters, hetzij voor monniken of voor nonnen, waren eertijds in de Nederlanden zeer talrijk; wij zouden er meer dan vijftig kunnen opsommen; bijzonder merkwaardig in een historisch opzigt zijn ze evenwel niet, zoodat wij die opsomming achterwege laten, alleen vermeldende het A. te Dordrecht, in de Voorstraat, gesticht 1275 (of volgens sommigen reeds 1220). De geestelijke broeders bleven in het bezit van dit klooster tot 1572, toen de Staten van Holland en West-Friesland, door den hertog van Alba tegen 15 Mei te ’sGravenhage bijeengeroepen, en daaraan niet willende voldoen, de vergadering te Dordrecht belegden, en dit klooster bestemd werd tot een hof en verblijf voor de bestuurders en stadhouders van den lande.
In 1587 huisvestte daar ook de graaf van Leicester; en 1 Mei 1613 werd Frederik, keurvorst van den Palts, met zijne gemalin, door de regering van Dordrecht in dit klooster vorstelijk onthaald. Ook Walrave van Brederode, gemagtigde van staatswege ter bijwoning van de Synode, hield hier 1618 zijn verblijf. In 1655 werd in de eetzaal van dit kloostergebouw gehouden de zoogenaamde Chambre-Mi-partie wegens de kroon van Spanje en de Staten der Vereenigde Nederlanden, welke, van Mechelen naar Dordrecht verlegd, het volgende jaar wel weder naar Mechelen vertrok, doch later weder naar Dordrecht kwam, maar toen hare zittingen hield in den Kloveniersdoelen. Einde 16e of begin 17e eeuw werd dit A. tevens ingerigt tot een Schuttersdoelen, waartoe het ruim twee eeuwen gediend heeft. Het gebouw dient tegenw. tot stadsschool voor minvermogenden; in de bovenkamers is de teekenschool van het genootschap Pictura; de voormalige kloosterkerk is sedert 1572 in het bezit der Protestanten.Het A. te Middelburg, in het tegenw. Schuttershofstraatje, was vermaard door eene gewijde hostie, waarmede in 1374 een mirakel gebeurd was, zeide men. Nadat Middelburg aan de Staten overgegaan was, werd die hostie overgebragt naar Leuven.
In het A. te Waalwijk hebben twee zusters uit het huis Nassau in den geestelijken staat geleefd. De laatste van de twee overleed er 1556 als overste priores, na haar volle jubileum gevierd te hebben.
