twee afstammelingen van een der oudste familiên van Venetië, zonen van den oostenrijkschen schout-bij-nacht B., marine-luitenant in oostenrijksche dienst. Terwijl de vader een verklaard aanhanger was van Oostenrijk, gingen de beide zonen den tegenovergestelden weg, hadden 1842 omgang met Mazziui, en wierven zelfs in de oostenr. marine aanhangers voor de italiaansche republiek.
Verdacht geworden bij de policie, vlugtten zij naar Corfu. Door den nood gedwongen en door valsche berigten van eenen opstand in Calabrië misleid, beproefden zij 16 Junij 1844 met 20 medgezellen eene landing bij den mond van de rivier Nieto in Calabnë. In hunne verwachting, dat zij zich slechts zouden behoeven te vertoonen om het volk te wapen te doen snellen, zagen zij zich bedrogen. Een hunner medgezellen, met name Boccheciampe, had hen verraden; bij het vlek San-Giovanni in Fiore werden zij door eene veel talrijkere magt gevangen genomen,en reeds 25 J ulij 1844,met zeven hunner partijgangers, te Consenza doodgeschoten.Aan hunne overige partijgangers werd een jaar later gratie verleend.