Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Asperen

betekenis & definitie

eene heerlijkheid en stadje in ZuidHolland, circa 3 uren gaans benoordoosten Gorinchem, aan deLinge,met 1000 i uw.; volgens sommigen het oude Caspingium, dat op de reiskaart van Peutinger voorkomt. Voorheen was A. eene versterkte stad met twee kasteelen, van welke het eene reeds sedert de 13e eeuw verdwenen was; het andere, •Waddestein” genaamd, lieten de Franschen 1672 in de lucht springen.

Eene eeuw vroeger (1574) was A. ingenomen door de Spanjaarden onder Chiapin Vitelli. Van A.’s vroegere geschiedenis stippen wij hier aanthet beleg (1204) door Willem I, graaf van Holland, die de stad innam en het eene kasteel tot den grond slechtte.In 1480, in den oorlog tusschen de Hollanders en Geklerschen, werd A. door het bourgondische krijgsvolk bezet en geplunderd; ook van de hollandsche krijgslieden (1497) had A. veel te lijden, toen die de stad en het omliggende land tegen de Gelderschen beschermden. In 1517 werd A. door het krijgsvolk van den hertog van Saksen, bekend onder den naam van den Zwarten hoop, nadat deze bende driemaal manmoedig was afgeslagen, ten vierden male aangetast, stormenderhand ingenomen, en letterlijk uitgemoord; waarna de Zwarte hoop zich hier bleef nestelen, om Holland af te loopen ; om een einde aan hunne strooptogten te maken trok de graaf van Nassau, stadhouder van Holland, met eenige troepen derwaarts en sneed hun allen toevoer af, waarop zij al hunnen buit bijeen pakten en (5 Aug. 1517) de stad ontruimden.Wat rampen betreft, heeft A. ruimschoots zijn deel gehad : door feilen brand werd het geteisterd in Junij 1793, in 1800 en 24 Aug. 1836; in 1636 woedde er de pest zes maanden lang, in 1642 andermaal, en gedurende het ganschc jaar 1667nogmaals;den I Aug. 1674 rigtte een storm groote schade aan, en vernielde een goed deel van het dak der kerk; het zelfde had plaats bij den storm 1 Sept. 1717. Ook door watervloed leed A. veel in 1809 en 1819.

Nog verdient hier melding het lot van DirkWillems, een burger van A., die, als Doopsgezinde op de vlugt, zijnen vervolger, die door het ijs zakte, van oenen wissen dood redde, en tot loon daarvoor werd opgehragt en (6 Mei 1569) even buiten A. zijn leven moest eindigen op den brandstapel. Te A. was ook geb. de doopsgezinde martelares Aaltje Wouters, die 15 Mei 1535 te Amsterdam om haar geloof door beulshanden werd verdronken; wijders is A. de geboorteplaats van Koenraad Otteuse (geb. 1524, gest. 1593), aartspriester der hoofdkerk te 's Hertogenbosch, en van Jan Ottense, zijnen broeder; als ook van Rutger Wessel van den Boetselaar, dichter en staatsman, geb. 1566, gest. 1632.

< >