Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Artus

betekenis & definitie

of Arthur, een vorst der Siluren, die 542 gestorven moet zijn,is het uitgangspunt vaneen aantal helden-legenden geworden, welke zich uit Wailis en Bretagne over geheel romeinsch en germaansch Europa hebben verspreid. Volgens de overlevering resideerde A. te Caerlleon aan de Usk in Wallis, met Ginevra (Ghwenhwywar) zijne schoone gemalin, omringd door eenen schitterenden hofstoet van vele honderden dappere ridders en schoone vrouwen.

Het middelpunt van dien kring vormden 12 ridders, die, als de uitstekendste, dapperste en edelste, door den koning bijeengetrokken plagten te worden rondom eene ronde tafel, en die dus de zoo beroemd gewordene Artus-Tafelronde vormden. Van A.’s hof togen de ridders naar alle landen om avonturen te zoeken ;en de beschrijving daarvan leverde de stof tot een talloos tal verdichtselen in alle westersche talen (vergelijk "San MartefA. Schultz] Die Arthursage, Quedlinburg 1842” en "Beiträge zur bretan. und keltisch-german. Heldensage, Quedlinb. 1847”).Arthur’s zetel heet een berg bij Edinburgh, van waar A., volgens de legende, het land overzien moet hebben, eer hij in de nabijheid aldaar de Saksen versloeg.

Artushoven, ook Jonkerhoven, noemde men in de middeleeuwen gebouwen, waar ridders tot vrolijke drinkgelagen bijeenkwamen op de wijze van A.’s Tafelronde. Zulk een huis bestond bijv. te Thorti, waarop het bekende lied en de legende "van den prins van Thorn” betrekking heeft.

< >