Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Arria

betekenis & definitie

1) A., de heldhaftige, eene echt romeinsche vrouw, echtgenoot van Ceecina Póetus, die, beschuldigd de hoofdpersoon te zijn in eene zamenzwering tegen keizer Claudius en deswege ter dood veroordeeld (42 na Chr.), de vlugt nam, doch ziende dat hij niet kon ontkomen, hel besluit vatte zelf een einde te maken aan zijn leven. Zjjne vrouw A., om hem daartoe aan te sporen, stiet zich eerst zelve een dolk in het hart, en reikte dien vervolgens haren man toe met de woorden : -Daar, Pretus 1 het doet volstrekt geen pijn!” waarop hij haar voorbeeld volgde.

2) A. de dochter van de vorige en de vrouw van Thraseas Paitus, die door Nero ter dood was veroordeeld, opende zich de aderen om haren man niet te overleven; doch door zijn dringend smeeken liet zij zich bewegen te blijven leven voor hunne kinderen.
3) A., eene romeinsche vrouw, tijdgenoot van Galenus en voorstanderes van de platonische philosophie. Voor haar schreef Diogenes Laertius zijne "Levensbeschrijvingen der philosophen".
4) A. Fadia, dochter van den vrijgelatene Q. Fadius, was de vrouw van den triumvir M. Antonius.
5) A. Fadilla, vrouw van Aurelius Fulvius, was de moedervan Antoninus Pius; en
6) eene andere A. Fadilla, de zuster van Commodus, was eene dochter van keizer Marcus Aurelius en van Faustina.

< >