Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Arpad (hongarije)

betekenis & definitie

opperhoofd of khan der Hongaren in het laatst der 9e eeuw, met zijn volk van de oevers der Wolga verdreven, kwam zich nederzetten aan de boorden van de Theiss, en streed als bondgenootvan keizer Arnulf (omstreeks 895) tegen de Moraviêrs. Onder de regering van 's keizers opvolger, den zwakken Lodewijk het Kind, maakte A. zich meester van Pannonië, waar de Hongaren sedert gevestigd zijn gebleven.

A. schonk zijnen naam aan dehongaarsche koningen-dynastie der Arpaden ; de eerste, die uit deze dynastie op den troon kwam, was de heilige Stephaan (997) ; de laatste koning uit dit stamhuis was Andréas III (gest. 1301).

< >