Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Anticyra

betekenis & definitie

(grieksch : Anlikirrha), naam van twee steden der oudheid:

1) in Phthiotis, in de nabijheid van CEta, aan de golf Maliacus;
2) kuststad in Phocis, aan den voet van den Parnassus, ten oosten van het Cirphis-gebergte; heet tegenwoordig Aspro-Spitia, en is het Cyparissus, waarvan Homerus gewag maakt (II. 2, 519).

Beide steden waren vermaard, vooral de laatste, om het nieskruid dat er in den omtrek groeide, en dat de kracht bezat om aan het hoofd lucht te verschaffen, en niet alleen zwaarmoedigheid, maar ook bekrompenheid en zelfs gekrenktheid van geestvermogens te genezen ; vandaar het spreekwoord : >ga naar A.", dat eene verbloemde manier was om te zeggen : »gij zijt een domkop” of »gij zijt een gek”,

In den heiligen oorlog werd A. in Phocis door Philippus verwoest, doch kwam spoedig weder op, totdat hel onder de Romeinen weder in verval geraakte.

3) Er was ook nog een eiland A. in de Egeische Zee, insgelijks bekend wegens het nieskruid, dat men er vond.

< >