scholastisch wijsgeer, geb. te Aosta in Piëmont 1035, eerst abt van het klooster Bec in Normandié, werd 1093 aartsbisschop vanCanterbury in Engeland. Hij wordt beschouwd als de stichter van de scholastieke wijsbegeerte.
Zijn streven was daarheen gerigt, om de waarheden des geloofs wetenschappelijk 'e begrijpen. Van zijne geschriften zijn vooral beroemd: Proslogium (toespraaktot zijnen geest), waarin hij zijn ontologisch bewijs ontwikkelt voor het bestaan van God; wijders zijn Cur Deus homo? (waarom is God mensch geworden ?). Hij stierf 21 April 1109, welken dag de roomsche Kerk als zijn gedenkdag viert.A., bisschop van Lucca, tijdgenoot van den vorige, gest. 1086, schreef een betoog, dat de wereldlijke vorsten onderdanig belmoren te zijn aan het kerkelijk gezag.
Er is nog een A. geweest, bisschop van Havelberg, gest. 1154; een andere A., bisschop van Laon, gest.1117; laatstgenoemde telde gedurende eenigen tijd den vermaarden Abeilard onder zijne leerlingen. Verscheidene kloostergeleerden A., uit de middeleeuwen, zullen wij hier slechts onvermeld laten. Zie wijders voor pater A. het art. ANSEUIE.