keizerin van Rusland, geh. 5 Februarij 1693, dochter van Iwan, den oudsten broeder van Peter den Groote, trad 10 November 1710 in den echt met hertog Frederik Wilhelm van Koerland, werd weduwe 21 Januarij 1711; en na den dood van den jongen Peter II, besteeg zij den russischen troon 1730, hoofdzakelijk door den invloed van kanselier Ostermann. Op den troon gekomen, deed zij het absolutismus gelden, dat de adel had hopen te beperken; en door haar was het bewind in handen van haren gunsteling minister Ernst Johan van Biron.
Deze, door haar tot hertog van Koerland verheven, was een streng, of heter gezegd wreed man; meer dan 12,000 harer onderdanen deed hij de doodstraf ondergaan; over de 20,000 werden er door hem naar Siberië verbannen. De keizerin wierp zich meer dan eens smeekend aan zijne voeten, en verzocht hem met tranen in de oogen om toch meer menschelijk te werk te gaan; want zij zelve was zeer zacht van aard. Maar Biron beheerschte haar geheel en al; en nog op haar sterfbed benoemde zij hem tot regent gedurende de minderjarigheid van haren achterneef Iwan III (Zie ANNA CARLOWNA). Zij stierf 28 October 1740.