de heilige, geb. 340, waarschijnlijk te Trier, werd, na als procureur bij de regtbank te Milaan vertrouwen en achting verworven te hebben, 369 tot prefect van Opper-Italie en Milaan benoemd en 374 geheel onverwacht tot bisschop verkoren. Hij was iemand van verhevene denkwijze, en oefende als zoodanig grooten invloed uit op Augustinus.
Keizer Theodosius deed hij wegens het ombrengen der Thessaloniërs in den ban, die eerst weder opgeheven werd, nadat de keizer gedurende acht maanden boete had gedaan. A. stierf 397. Hij maakte zich zeer in het bijzonder verdienstelijk door de verheffing van de godsdienst. De religieuse orde van A., de Ambrosiaansche ritus heeft zich tot op den huidigen dag in Milaan onafgebroken staande gehouden. Het *Te deum laudamus" wordt hem onder den naam van Ambrosiaansche lofzang toegeschreven : hij is echter niet de maker daarvan. A. is de beschermheilige van Milaan.