Alfoercn, Alforezen of Halfoere», maleisch Harafoeren, d.i. kinderen der bergen, naam van twee oceanische volkeren; het eene is een negervolk en bewoont het oostelijk gedeelte in het midden van Papoewaziè; het andere is minder zwart, verstandiger, levendiger en sterker dan het eerstbedoelde, en verspreid over Papoewazie, Romeo, (Jelebes, de Philippijnsche eilanden, enz. Merkus houdt deze laatsten voor een tak van de Polyneziérs (dat zijn de inboorlingen van Nieuw-Zeeland, Zonga, Otaheite, de Sandwich-eilanden, enz.).
De wilde A. eten allerlei onrein gedierte,slangen, rallen,kikvorschen,enz. Daar waar beleidvolle zendelingen werkzaam zijn, worden vele A. tot het Christendom bekeerd; ze zijn dus niet ontoegankelijk voor de beschaving. Ofschoon de onmenschelijke gewoonte van koppensnellen bij hen in zwang is, leven zij onderling vreedzaam en stil, en nemen slechts ééne vrouw tegen betaling van eenen bruidschat.